Wereldwijd halen economische groeicijfers de krantenkoppen, maar wat betekenen deze cijfers nu echt voor gewone mensen? Veel landen hebben indrukwekkende bbp-statistieken, maar kampen met structurele problemen zoals armoede, ongelijkheid en milieuschade. Deze gevierde cijfers onthullen misschien maar een klein deel van het grotere plaatje.
Mensen horen vaak over bloeiende economieën zonder het cruciale verschil tussen economische groei en ontwikkeling te begrijpen. Economische groei betekent simpelweg dat een land in de loop van de tijd meer goederen en diensten produceert, wat wordt gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product (bbp). Economische groei en ontwikkeling zijn twee afzonderlijke concepten. Ontwikkeling omvat een betere levensstandaard, onderwijs, gezondheidszorg en algeheel welzijn. Een diepgaandere blik op deze factoren die de economische groei op lange termijn stimuleren, onthult meer dan alleen oppervlakkige statistieken die het publieke begrip vaak vertroebelen.
Expat Wealth At Work onderzoekt vier veelvoorkomende mythes over economische indicatoren die wereldwijd het beleid beïnvloeden. Een nadere blik op de realiteit achter deze cijfers helpt verklaren waarom sommige snelgroeiende economieën moeite hebben om welvaart te creëren voor hun bevolking. Tegelijkertijd bieden landen met lagere groeicijfers hun burgers soms een hogere levenskwaliteit.
Het verschil tussen economische groei en ontwikkeling
Een duidelijk verschil tussen economische groei en ontwikkeling helpt ons te begrijpen waarom sommige landen met indrukwekkende statistieken nog steeds kampen met sociale uitdagingen. Deze concepten zijn met elkaar verbonden, maar vertegenwoordigen verschillende aspecten van economische vooruitgang die nader bekeken moeten worden.
Definieer economische groei in eenvoudige termen
Economische groei laat zien hoeveel de economie van een land in de loop van de tijd groeit. De marktwaarde van de door een economie geproduceerde goederen en diensten ten opzichte van voorgaande perioden meet deze groei. Het bruto binnenlands product (bbp) of het bruto nationaal product (bnp) drukt doorgaans deze economische waarden uit.
Cijfers vertellen het verhaal van economische groei – specifiek hoeveel meer een economie produceert vergeleken met vorig jaar. Om een voorbeeld te noemen: een economische groei van 3% betekent dat de totale economische output met dat percentage is gegroeid.
De economische groei op de lange termijn hangt van verschillende factoren af:
- Kapitaalaccumulatie (investeringen in fabrieken, machines, infrastructuur)
- Groei en kwaliteit van de beroepsbevolking
- Technologische vooruitgang
- Beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen
- Institutionele factoren zoals eigendomsrechten en bestuur
Daarom creëren landen beleid om deze groeifactoren te stimuleren, in de hoop dat hun economische output jaarlijks toeneemt.
Wat is economische ontwikkeling?
Economische ontwikkeling schetst een breder beeld van de transformatie van de samenleving. Naast het meten van de toegenomen productie, kijkt het ook naar verbeteringen in menselijk welzijn, levensstandaard en levenskwaliteit.
Economische ontwikkeling brengt structurele veranderingen in een economie teweeg. Deze veranderingen omvatten verschuivingen van landbouw naar productie en dienstverlening, een betere inkomensverdeling en verbeteringen in sociale indicatoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en levensverwachting.
De Human Development Index dient als alternatief voor het bbp. Hij meet ontwikkeling via drie dimensies: gezondheid (levensverwachting), onderwijs (aantal jaren scholing) en levensstandaard (bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking).
Deze vergelijking illustreert de belangrijkste verschillen:
Economische groei | Economische ontwikkeling |
Kwantitatieve maatregel | Kwalitatieve maatregel |
Focus op korte termijn mogelijk | Noodzakelijkerwijs op lange termijn |
Gemeten aan de hand van veranderingen in BBP/BNP | Gemeten door HDI, indices voor levenskwaliteit |
Kan plaatsvinden zonder dat de meeste burgers er baat bij hebben | Impliceert breed gedragen verbeteringen |
Richt zich op productie | Richt zich op welzijn |
Waarom het verschil belangrijk is
Dit verschil tussen groei en ontwikkeling bepaalt hoe we vooruitgang beoordelen en beleid ontwikkelen. Landen die zich alleen op groei richten, kunnen hun statistieken verbeteren en tegelijkertijd ontwikkelingsaspecten zoals gelijkheid, duurzaamheid en menselijk welzijn negeren.
Beleidsmakers die deze verschillen begrijpen, creëren evenwichtige benaderingen. Ze vermijden het opofferen van langetermijnontwikkeling voor snelle groei. Bovendien helpt het burgers te beseffen dat indrukwekkende groeicijfers niet altijd een betere levensstandaard voor iedereen betekenen.
Sommige landen met een bescheiden groei realiseren opmerkelijke verbeteringen in de levenskwaliteit. Costa Rica is een goed voorbeeld. Ondanks een lagere bbp-groei dan veel buurlanden, leidde het ontwikkelingsgerichte beleid van Costa Rica tot een hogere levensverwachting en een hogere geletterdheid.
Merk op dat groeistatistieken slechts een deel van het verhaal vertellen. Echte economische vooruitgang vereist zowel kwantiteit als kwaliteit – groei en verbetering.
Mythe 1: Economische groei betekent altijd een betere levensstandaard
BBP-cijfers betekenen niet automatisch een beter leven voor burgers – dit behoort tot de hardnekkigste mythes in de economie. Economische groei geeft slechts een gedeeltelijk beeld. Veel snelgroeiende economieën laten weinig verbetering zien in de gemiddelde levensstandaard.
Het BBP stijgt, maar de ongelijkheid groeit ook
De voordelen van economische groei creëren een complex beeld wanneer we kijken naar de spreiding ervan. De economische groei van een land kan fors toenemen, maar de rijken profiteren vaak het meest van deze voordelen.
Groeiperiodes schetsen een intrigerend beeld. Ondernemers, investeerders en geschoolde werknemers zien hun vermogen explosief toenemen, terwijl de meeste burgers nauwelijks veranderingen in hun dagelijks leven merken. Ja, het is gebruikelijk om tegelijkertijd bbp-groei en grotere inkomensverschillen te zien.
Cijfers kunnen ons hier op het verkeerde been zetten. Het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking verbergt een belangrijke waarheid: het inkomen van de gemiddelde burger groeit langzaam of blijft gelijk. De rijken die de meeste groeivoordelen genieten, zorgen ervoor dat toegang tot onderwijs, de kwaliteit van de gezondheidszorg en de kosten van huisvesting voor de meeste burgers onbereikbaar blijven.
Er zijn verschillende belangrijke factoren die deze kloof tussen groei en wijdverbreide welvaart veroorzaken:
- Kapitaalintensieve groei die weinig banen creëert
- Zwakke arbeidsbescherming en dalend vakbondslidmaatschap
- Belastingbeleid dat kapitaalinkomen boven arbeidsinkomen bevoordeelt
- Slechte investeringen in publieke diensten en infrastructuur
Dit verklaart waarom uw land weliswaar indrukwekkende groeicijfers kan laten zien, maar dat u zelf geen echte verbetering merkt in uw economische zekerheid of levenskwaliteit.
Landen met een hoge groei en een lage ontwikkeling laten dit duidelijk zien
Veel landen vertonen deze vreemde mix van hoge economische groei en beperkte vooruitgang. India is een goed voorbeeld van dit fenomeen. Het land wist jarenlang een bbp-groei van boven de 6% per jaar te handhaven. Desondanks kampten miljoenen mensen nog steeds met armoede, slechte toegang tot gezondheidszorg en beperkte onderwijsmogelijkheden.
Delen van Sub-Sahara Afrika laten een soortgelijk verhaal zien. Grondstoffenwinning en export zorgden voor een indrukwekkende economische groei. Toch boekten landen als Nigeria en Angola weinig vooruitgang in menselijke ontwikkeling. De olierijkdom bleef in handen van de elite, terwijl de publieke diensten moeite hadden met de financiering ervan.
Ook China's verhaal verdient een nadere beschouwing. Het economische wonder heeft honderden miljoenen mensen geholpen om aan extreme armoede te ontsnappen. Toch blijven er grote verschillen tussen regio's bestaan. Plattelandsgebieden blijven qua gezondheidszorg, onderwijs en sociale voorzieningen ver achter bij stedelijke centra, ondanks het algehele succes van het land.
De VS voegt een nieuw hoofdstuk toe aan dit verhaal. De economie is tussen 1980 en 2018 meer dan verdubbeld. Toch is het mediane gezinsinkomen nauwelijks gestegen. De rijkste 1% verdubbelde in deze periode bijna hun aandeel in het nationale inkomen. Geen wonder dat veel Amerikanen zich financieel gestrest voelen, ondanks dat ze in een van de rijkste economieën ter wereld wonen.
Deze voorbeelden leren ons iets wezenlijks: groei alleen kan geen betere levensstandaard in de hele samenleving garanderen zonder beleid dat de economische voordelen breder verdeelt. De kwaliteit van de groei is net zo belangrijk als de kwantiteit ervan.
Mythe 2: BBP is de beste manier om vooruitgang te boeken
Het bbp is al decennialang de belangrijkste maatstaf voor economisch succes. Dit ene cijfer bepaalt hoe goed een land economisch presteert. Het probleem is dat het gebruik van het bbp als belangrijkste indicator voor vooruitgang vergelijkbaar is met het beoordelen van iemands gezondheid op basis van alleen zijn gewicht: het levert weliswaar nuttige gegevens op, maar mist veel essentiële aspecten van welzijn.
Beperkingen van het BBP als maatstaf
Het bbp is op verschillende belangrijke manieren geen complete maatstaf voor maatschappelijke vooruitgang. De maatstaf beschouwt alle economische activiteiten als positieve winst, zelfs wanneer deze voortkomen uit negatieve gebeurtenissen. Natuurrampen verhogen het bbp door de uitgaven voor wederopbouw, maar ze verlagen uiteindelijk de algehele welvaart. Hetzelfde geldt voor hogere zorgkosten door vermijdbare ziekten, militaire uitgaven en het opruimen van vervuiling.
Dit boekhoudkundige probleem wordt steeds groter. Het bbp houdt geen rekening met niet-marktactiviteiten die een enorme waarde toevoegen aan de sociale zekerheid. Onbetaald huishoudelijk werk zoals kinderopvang, ouderenzorg, koken en schoonmaken blijft onzichtbaar in de bbp-berekeningen. Deze activiteiten zijn goed voor 15-25% van de werkelijke waarde van de meeste ontwikkelde economieën.
Bbp-cijfers verhullen de verdeling van hulpbronnen. Het bbp van een land kan aanzienlijk groeien, terwijl de meeste burgers slechts minimale voordelen ervaren. De gegevens illustreren dit duidelijk: tussen 1980 en 2016 kende de rijkste 1% een twee keer zo grote groei van het wereldwijde inkomen als de gehele onderste 50% samen.
Ook het volgende kan niet worden gemeten:
- Milieuschade en uitputting van hulpbronnen
- Kwaliteit van vrije tijd en werk-privé balans
- Gezondheidsresultaten en levensverwachting
- Onderwijsniveau en toegang
- Gemeenschapskracht en sociaal kapitaal
De grootste tekortkoming is misschien wel hoe het bbp duurzaamheid negeert. Landen kunnen hun bbp verhogen door natuurlijke hulpbronnen in een gevaarlijk tempo uit te putten. Dit proces creëert papieren welvaart, maar vernietigt tegelijkertijd welvaart op de lange termijn.
Alternatieve indicatoren: HDI, GPI en meer
Economen en beleidsmakers hebben betere statistieken ontwikkeld die een completer beeld geven van de vooruitgang die de maatschappij boekt.
De Human Development Index (HDI) van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties combineert het BBP per hoofd van de bevolking met onderwijs en levensverwachting. Deze benadering laat zien dat economische output belangrijk is, naast het hebben van gezonde, goed opgeleide burgers. De HDI weerspiegelt de ontwikkelingsaspecten van economische groei beter dan alleen het BBP.
De Genuine Progress Indicator (GPI) neemt gegevens over persoonlijke consumptie als uitgangspunt, net zoals het bruto binnenlands product (bbp). Vervolgens wordt gecorrigeerd voor factoren die het bbp over het hoofd ziet. De GPI voegt waarde toe aan vrijwilligerswerk en huishoudelijk werk, terwijl de kosten van criminaliteit, vervuiling en uitputting van hulpbronnen worden afgetrokken. Sommige ontwikkelde landen laten een stijgend bbp zien, terwijl de GPI gelijk blijft of juist daalt. Dit suggereert dat economische groei niet altijd leidt tot een verbeterd welzijn.
De index voor bruto nationaal geluk (BNG) meet psychologisch welzijn, gezondheid, onderwijs, cultuur, vitaliteit van de gemeenschap, tijdsbesteding en bestuur, evenals de levensstandaard. Met de Better Life Index van de OESO kunnen gebruikers het welzijn tussen landen vergelijken op basis van materiële omstandigheden en kwaliteit van leven.
Het doel is niet om het bbp volledig te vervangen, maar om maatstaven toe te voegen die vastleggen wat werkelijk relevant is voor menselijk welbevinden. Econoom Joseph Stiglitz verwoordde het treffend: "Wat we meten, beïnvloedt wat we doen; als onze metingen gebrekkig zijn, kunnen beslissingen vertekend raken."
Mythe 3: Alle groei is goede groei
De kwaliteit van de economische groei is net zo belangrijk als de kwantiteit. Economen en beleidsmakers jagen blindelings op groeicijfers. Ze vragen zich zelden af of die expansie echte welvaart creëert of alleen maar de cijfers opblaast ten koste van de stabiliteit op lange termijn.
Milieukosten van ongecontroleerde groei
Economische expansie heeft een aanzienlijke impact op ons milieu. Traditionele groeiberekeningen negeren de verborgen kosten – uitputting van natuurlijke hulpbronnen, vernietiging van leefgebieden en vervuiling. De explosieve groei van de maakindustrie leidt in veel landen tot slechte luchtkwaliteit, vervuild water en verdwijnende bossen. Deze problemen treffen kwetsbare gemeenschappen het hardst.
De economische transformatie van China laat deze uitdaging duidelijk zien. De bbp-groei van het land heeft geleid tot aanzienlijke welvaart. Maar het heeft ook enorme milieuproblemen gecreëerd die nu miljarden kosten om aan te pakken. Deze milieuschade schaadt de toekomstige groei door hogere zorgkosten, verliezen in de landbouw en klimaatverstoringen.
Groei die het milieu vernietigt, steelt van toekomstige generaties. Moderne economen maken nu onderscheid tussen 'bruine groei' (veel vervuiling, veel grondstoffen) en "groene groei"(zuinig met grondstoffen).
Afwegingen tussen kortetermijn- en langetermijngroei
Snelle economische vooruitgang ondermijnt vaak de welvaart op de lange termijn. Sommige regeringen maken slechte keuzes:
- Ze versoepelen de milieuregels om bedrijven aan te trekken
- Ze laten te veel grondstoffenwinning toe voor snelle winsten
- Ze bezuinigen op onderwijs en onderzoek om geld te besparen
Deze keuzes creëren schijnvooruitgang die de basis van duurzame welvaart ondermijnt. De financiële crisis van 2008 bewees dit punt. Jaren van lakse regelgeving en door schulden gedreven groei leken veelbelovend op papier, maar uiteindelijk stortte alles in.
De mentaliteit van 'groei ten koste van alles' heerst nog steeds in veel regio's. Deze aanpak negeert een fundamentele waarheid: duurzame economische vooruitgang vereist evenwicht. Het vereist investeringen in mensen, betrouwbare infrastructuur en milieubescherming. Landen die zich richten op inclusieve, groene groei bouwen sterkere economieën op. De kwartaalcijfers van hun bbp lijken in eerste instantie misschien lager, maar deze cijfers blijven lang bestaan.
Positieve groei heeft meer nodig dan alleen de hoofdcijfers. We moeten kijken wie er baat bij heeft en of die groei kan voortduren zonder te vernietigen wat die groei mogelijk maakt.
Mythe 4: Economische groei vermindert automatisch armoede
"Een stijgend tij tilt alle boten op" is misschien wel de meest misleidende economische mythe over armoedebestrijding. Velen geloven nog steeds dat economische groei armoede vermindert zonder directe actie, ondanks duidelijk bewijs dat het tegendeel aantoont.
Doorsijpeling economie: theorie versus realiteit
De doorsijpelingstheorie stelt dat rijkdom aan de top iedereen ten goede komt, omdat investeringen banen en kansen creëren. Recente economische cijfers bieden een ander perspectief. Onderzoek uit veel landen toont aan dat substantiële groei vaak niet volstaat om armoede te verminderen wanneer er geen goede distributiesystemen bestaan.
De ervaringen van Latijns-Amerika in de jaren negentig bewijzen dit. Verschillende landen zagen een behoorlijke bbp-groei, maar hun armoedecijfers bleven hoog. Dit kwam doordat productiviteitsverbeteringen vooral plaatsvonden in sectoren die machines gebruikten in plaats van in sectoren met basisvaardigheden.
Waarom inclusieve groei belangrijk is
Inclusieve groei creëert kansen voor mensen uit alle lagen van de bevolking en leidt tot betere resultaten bij het terugdringen van armoede. Dit vereist specifiek beleid, zoals:
Investeringen ten behoeve van de armen in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur zijn noodzakelijk om lagere inkomensgroepen te ondersteunen.
Er bestaan programma's voor financiële inclusie die kansarme gemeenschappen helpen om deel te nemen aan economische activiteiten.
Landen als Vietnam en Ethiopië hebben armoede verminderd door gerichte programma's te combineren met beleid dat groei ondersteunt. De echte maatstaf voor succes is niet alleen de groei van de economie – het gaat erom manieren te creëren voor kwetsbare mensen om aan armoede te ontsnappen.
Tenslotte
Ruwe economische groeicijfers bieden geen volledig inzicht in de welvaart van een land. Dit artikel laat zien hoe bbp-cijfers ongelijkheid, milieuschade en een stagnerende levensstandaard voor veel burgers kunnen maskeren. Het verschil tussen economische groei en ontwikkeling is fundamenteel: de ene meet productiestijgingen, terwijl de andere daadwerkelijke verbeteringen in de welvaart van mensen laat zien.
De economische prestaties van een land moeten verder worden geëvalueerd dan alleen de algemene groeicijfers. Het bbp kan niet alles vastleggen wat met maatschappelijk welzijn te maken heeft, zoals inkomensverdeling, ecologische duurzaamheid of levenskwaliteit. Alternatieve maatstaven zoals HDI en GPI bieden een uitstekende manier om een gedetailleerd beeld te krijgen door ook de factoren mee te nemen die het bbp negeert.
Bovendien leidt niet alle economische expansie tot echte welvaart. Korte termijn groeistrategieën bieden vaak geen duurzame oplossingen voor de lange termijn en lenen van toekomstige generaties om de huidige statistieken kunstmatig te verhogen. Deze aanpak ondermijnde uiteindelijk de fundamenten die nodig zijn voor een blijvende economische gezondheid.
Het idee dat groei automatisch armoede vermindert, moet zorgvuldig worden onderzocht. Groei alleen helpt zelden degenen aan de onderkant van de bevolking zonder beleid dat zorgt voor een bredere verdeling van economische voordelen. Landen die daadwerkelijk armoedebestrijding realiseren, implementeren doorgaans gerichte, inclusieve benaderingen in plaats van te vertrouwen op trickle-downeffecten.
Economische groei is belangrijk, maar hoe die groei plaatsvindt, is net zo belangrijk als de mate waarin. Kwaliteit, duurzaamheid en inclusiviteit zijn bepalend voor de vraag of groeiende economieën daadwerkelijk levens in de hele samenleving verbeteren. Landen zouden baat hebben bij een evenwichtige ontwikkeling die kansen breed spreidt en tegelijkertijd de natuurlijke hulpbronnen beschermt.
De volgende keer dat u indrukwekkende cijfers over economische groei hoort, stel dan diepere vragen: Wie profiteert van deze groei? Zal het aanhouden? Verbetert het de werkelijke levensstandaard van de meeste burgers? Deze antwoorden laten zien of statistieken daadwerkelijke vooruitgang laten zien of slechts een illusie van welvaart creëren.